Lezing bij het jubileum van gezondheidscentrum Levinas. Februari 2020
We zitten met elkaar in een experiment. Een experiment van het werkveld van geestelijke verzorging en zingeving. Bij dit experiment is geld betrokken, de overheid, de zorg & welzijn sector zijn belanghebbend en er doen heel veel partijen onderzoek naar. Een experiment met mogelijkheden en misschien ook wel negatieve effecten. En hoe voorkomen we een tunnelvisie?
Ik houd wel van experimenten. Je hebt een idee en gaat kijken en meten of het gaat werken. Het is pionieren en als oorspronkelijk landbouwkundige uit Wageningen vind ik dat wel wat. Maar als het gaat om geestelijke verzorging, wat meten we dan en wat betekent het of het gaat werken? Want eerlijk is eerlijk, ondanks alle pogingen van veel mensen blijft het toch iets vaags: zingeving, geestelijke verzorging en levensvragen.
Hoe het begon
Gezondheidscentrum Levinas was een van de eerste plekken waar geestelijke verzorging een reguliere plek kreeg in de gezondheidszorg. In 2015 ben ik samen met huisarts en oprichter van het centrum Corine Baar betrokken geweest bij het tandemproject waarin we meer mensen met deze manier van werken in aanraking wilden brengen. Een tandem is een koppel van een huisarts met een geestelijk verzorger die onderzoeken hoe ze elkaar kunnen aanvullen.
Een van de startpunten is het tandemproject was over en weer eens kijken wat iedereen van elkaar weet en wat ze vinden dat de ander van hun moet weten. De huisartsen zeiden: “we hebben weinig tijd; we hoeven alleen conclusies te horen”, de geestelijke verzorgers hadden een veel langere lijst en zeiden onder andere: “we hebben altijd tijd, we hebben geen duidelijk plan maar het is wel zinvol wat we doen”
Het mooie was dat het niet alleen ging om artsen gevoelig te maken voor zingeving, het ging juist ook om geestelijk verzorgers gevoelig te maken voor de wereld waar in huisartsen hun dagelijks werk doen. Deze wederzijdse gevoeligheid vind ik echt een sterk punt.
Welk gevolg dat had voor geestelijke verzorging in Nederland
Mede door de publiciteit die het centrum Levinas kreeg is geestelijke verzorging thuis op de politieke agenda komen te staan. Als gevolg daarvan kwam in oktober 2018 een brief van minister Hugo de Jonge (VWS) waarin 5 miljoen beschikbaar wordt gesteld voor geestelijke verzorging thuis.
Een interessante ontwikkeling, waar ik nog steeds wel een beetje over blijf puzzelen: wat is nu de eigenlijke reden, wie wilde dit en waarom 5 miljoen?
De reden wordt in de brief als volgt verwoord:
Ieder mens geeft betekenis en zin aan zijn of haar leven en de gebeurtenissen daarin. Daarbij kunnen mensen gesteund worden door structuren die er zijn in onze samenleving zoals de familie, het sociale netwerk, onderwijs, werk en geloofsgemeenschappen. Het eigen vertrouwde netwerk kan in veel gevallen de benodigde ondersteuning bieden, maar wanneer een sociaal netwerk ontbreekt of daar niet toe in staat is, kunnen reguliere zorgverleners, binnen de door hen geleverde zorg, op een dergelijke behoefte inspelen. Als vervolgens zowel het eigen netwerk als de reguliere zorgverlening niet langer volstaan, bijvoorbeeld wanneer sprake is van ingrijpende veranderingen in het leven van mensen en/of wanneer zij worstelen met vragen van existentiële aard, kan de geestelijk verzorger als expert worden ingeschakeld.
Een aantal zaken staan niet in de brief en spelen volgens mij ook mee in de goedkeuring van deze nieuwe financiering:
• De vragen in de zorg worden complexer voor patiënten en artsen, verpleegkundigen. Wanneer stop je met behandelen, wanneer is je leven voltooid, hoe ga je om met algoritmes en nieuwe technologien?
• Er is meer regeldruk in werk, minder tijd voor de patiënt en daarom is het soms lastiger om aandacht te hebben voor de hele mens door de werkers in zorg en welzijn.
• En misschien is deze regeling voor de minister ook een voorloper op de voltooid levendiscussie.
Het resultaat van de regeling is positief: geestelijke verzorging in de thuissituatie mag gefinancierd worden.
Wat betekent dit?
Ja ik ben blij met deze regeling, het is een erkenning van het belang van geestelijke verzorging. Het past in een trend in denken in de maatschappij waar er meer aandacht is voor compassie, zingeving en zachte krachten.
Deze financiering is volgens mij ook gekomen door een goede lobby van de geestelijk verzorging, en dat is goed dat deze beroepsgroep op de barricade gaat staan. Tegelijkertijd hebben zij gelobbyd en weten we helemaal niet of de client dit wil. Misschien wil de klant wel weer een postbode die de buurt kent en ziet dat je een rouwbrief krijgt of een trammachinst zonder glazen hokje waar de reiziger tegen kan zeggen “Ha Jan, wat ik gisteren nou toch meemaakte …”
Voor heel Nederland is er 5 miljoen euro per jaar beschikbaar. Dat lijkt veel maar hetzelfde bedrag is ook beschikbaar gesteld voor de financiering van het stroomstootwapen en ook voor onderzoek naar nieuwe technologie tegen hart- en vaatziekten.
Tegelijkertijd is het wonderlijk en prijzenswaardig hoe snel er geld beschikbaar is gesteld. Een paar maanden na de brief van de minister hadden de palliatieve netwerken in elke regio het geld en nu kunnen we met elkaar aan de slag om geestelijke verzorging thuis vorm te geven.
We zijn nu in Rotterdam, en ook in andere steden in Nederland bezig een centrum voor levensvragen op te zetten, dé plek waar mensen met levensvragen naar toe kunnen gaan en waar we de geestelijke verzorging in de thuissituatie onder de aandacht kunnen brengen.
Hoe nu verder?
Heel concreet gaat het over:
• Begeleiding van geestelijk verzorgers aan mensen van 50-plus en mensen in de palliatieve fase en hun mantelzorgers.
• Scholing in zorg en welzijn zodat mensen in de zorg- en welzijnssector levensvragen kunnen herkennen en een goede gesprekspartner kunnen zijn of kunnen doorverwijzen naar een geestelijk verzorger als dat nodig is.
• Deelname aan PaTz groepen. PaTz staat voor Palliatieve Thuiszorg. In de PaTz-bijeenkomsten werken huisartsen, wijkverpleegkundigen nu samen met en geestelijk verzorgers om de palliatieve zorg voor de patiënten en hun naasten te verbeteren in alle facetten.
Hoe geven we dat centrum vorm?
• We zoeken geestelijk verzorgers die mensen kunnen begeleiden. Mensen met verschillende religieuze achtergronden, verschillende expertises voor bijv dementie, rouw voor kinderen etc, en we zoeken mensen per wijk. Dit zijn soms ZZP’ers, soms geestelijk verzorgers uit instellingen die nu ook bij de mensen thuis willen gaan werken.
• We werken samen met ‘maatjes projecten’ zoals: Een goed gesprek, Motto, WMO Radar, Mara. We geven scholing aan organisaties in zorg en welzijn die hun personeel willen scholen op het herkennen van levensvragen en hoe ze daar op in kunnen gaan.
• We zorgen ervoor dat vraag en aanbod bij elkaar worden gebracht. Klanten die een geestelijk verzorger nodig hebben, maar ook huisartsen en anderen die clienten hebben die een geestelijk verzorger of maatje nodig heeft.
• En we denken na hoe we het geld dat we van het ministerie hebben gekregen zo kunnen inzetten dat het goed terecht komt en dat we tegelijkertijd geen financieringsbureau worden met alle bureaucratie van dien.
• En als laatste: Hoe brengen we het aan de mens?
Waar liggen de kansen en uitdagingen?
• De grote kans ligt er in, dat niet alleen de lichamelijke kant van mensen serieus wordt genomen, maar dat wordt herkend en erkend dat ook de geschiedenis van de persoon ertoe doet, dat de inspiratiebronnen van iemand ertoe doen, en dat de vraag achter de vraag belangrijk is, ongeacht je levensbeschouwing. Dat is heel bijzonder.
• Mensen die vanuit een ziekenhuis of andere instelling naar huis gaan én hun mantelzorgers kunnen met dezelfde geestelijk verzorger verder praten.
• Mensen vanuit andere disciplines in zorg & welzijn, maar misschien ook wel de mensen van de regiotaxi en de buurtsuper kunnen geschoold worden in het erkennen en omgaan met levensvragen.
• Deelname van geestelijk verzorgers aan PaTz groepen.
• De maatschappij laten zien - door een infrastructuur op te zetten en hier geld aan te besteden – én er over te communiceren dat geestelijke verzorging er toe doet. We kunnen laten zien dat aandacht voor levensvragen in de praktijk wordt gebracht door vrijwilligers, mensen in zorg en welzijn én door geestelijk verzorgers.
De uitdagingen liggen in:
• Het blijven denken vanuit de cliënt, we weten nog helemaal niet goed wat mensen willen dus laten we daar naar blijven vragen en op afstemmen.
• De scholing heeft nu als speerpunt dat geestelijk verzorgers anderen (professionals, vrijwilligers en burgers) scholen over zingeving. Andersom is er ook een wereld te winnen. Dus geestelijk verzorgers die geschoold worden en zich inleven in bijvoorbeeld huisartsen, ouderenbezoekers en welzijnswerkers.
• Inrichten van een organisatie die makkelijk te benaderen is, maar niet ‘gekke Henkie’ is en alles maar goedkeurt. We willen het geld uitgeven voor nieuwe initiatieven die impact hebben.
• Laten we blijven experimenteren; we hebben nu de kans!
Bij experimenteren hoort natuurlijk ook evalueren en buitenstaanders hier in te betrekken zodat er geen tunnelvisie ontstaat. Laten we niet indutten of achterover leunen, maar lekker aan de slag gaan, ook buiten de hokjes.
Of zoals de filosoof Levinas zegt: "Een mens ontmoeten betekent wakker blijven door een raadsel."
Er is een vacature voor een coordinator geestelijke verzorging thuis, per 1 juli 2020. Regio Utrecht./midden Nederland 20 uur per week. Zie hier de vacature tekst.
Anne Stael is projectleider geestelijke verzorging in de thuissituatie in Rotterdam en Utrecht Zuid-Oost
SOCIAL