Spiritualiteit en leiderschap, 12 tips
Bezielend leiderschap volgens de monnik Anselm Grün
Anselm Grün is een bekende hedendaagse monnik die veel mensen inspireert om de eigen spiritualiteit vorm te geven in het dagelijks leven. Dat is niet zweverig, dat is ‘down to earth’ en gaat uit van de praktijk van alle dag. De 1500 jaar oude Regel van Benedictus neemt hij als uitgangspunt voor zijn managementmodel. Volgens Benedictus is een leidinggevende iemand die het leven dient en mensen bezielt.
De leergang spiritualiteit en leiderschap die ik samen met Jos van Genugten jaarlijks geef, is op de methode Anselm Grün gebaseerd en kijkt naar de méns achter de leidinggevende. Wie ben jij als persoon? Hoe ga je om met de mensen om je heen en jouw omgeving? Hoe werk je als leider optimaal met andere mensen samen? Hoe kan je anderen sturen, motiveren en succesvol laten zijn? Hoe kan je je eigen motivatie en engagement op anderen overdragen om samen het belang van de organisatie te dienen?
Hieronder vind je 12 tips die jou kunnen ondersteunen als leidinggevende, volgens de monnik Benedictus (hij leefde van 480-540).
1. Zelfkennis, levenservaring, mensenkennis, creativiteit en fantasie zijn voorwaarden om jezelf en anderen te bezielen. Onderzoek je behoeftes, verlangens en verslavingen.
2. Je bent -zelfs als leider- ook gewoon een feilbaar mens. Aanvaard dat en laat dat zien aan anderen.
3. Wees dienend aan de verschillende karakters in je team, zodat ze elk tot hun recht komen en ertoe doen. Op deze manier kan de hele organisatie groeien en bloeien.
4. Creëer een plek waar je anderen helpt zich te ontwikkelen en vang iemand op als het mis gaat. Een organisatie is als een gemeenschap van mensen die elkaar vertrouwen en respecteren. Een plaats van vrolijkheid en inspiratie, waar je fouten mag maken en kan groeien. Zo wordt een organisatie een plek waar mensen opbloeien, die floreert en waar de leidinggevende zelf ook plezier en voldoening ervaart.
5. Aandachtig luisteren is de basishouding. Vervolgens vanuit je hart respons geven en dan tot een bruikbaar resultaat komen.
6. Doe alles met volle overgave en met aandacht. Ook de alledaagse, kleine taken; een formulier maken of invullen, een kopje koffie zetten.
7. Houd rekening met de traagheid van diepere vragen. Neem de tijd en geef de tijd.
Waarheid wordt gevonden in dialoog: luisteren, samenvatten en doorvragen.
8. Oefenen in de kunst van het beginnen en ophouden. Volgens Benedictus draagt de leidinggevende er voor zorg dat werknemers niet overbelast raken, maar ook niet onder belast. Kijk naar de menselijke maat. In het dagschema van de monnik staat ora en labora centraal: bid en werk, afwisseling tussen werk en rust en tussen orde en flexibiliteit.
9. Ken je eigen doel en het doel van de organisatie, draag deze met enthousiasme uit en zorg voor rust, ruimte en straal vertrouwen uit.
10. Loop niet weg voor dat waaraan je jezelf hebt verbonden en wat hier en nu een appél op je doet. Dit is ook te omschrijven als stabiliteit, volharding en de kunst van het erbij blijven. Benedictus noemt dit stabilitas. Tegenwoordig kunnen wij dat commitment of loyaliteit noemen. “Je kunt pas groeien en bloeien als je geworteld bent.”
11. Verbeter dagelijks – stapje voor stapje – je houding, werk- en levensstijl, waarbij het ‘alles moet in één keer anders’ niet nagestreefd dient te worden.
12. Gemopper en geroddel in de organisatie zijn een doordringend gif en geeft negatieve energie in een gemeenschap of een team. Het tegenoverstelde is positief spreken. Geef hierin zelf het goede voorbeeld en spreek werknemers, zonder verwijtend te zijn, aan op hun eigen gedrag.
