Het lijkt ongepast om te klagen over vrijwilligers, want mensen die gratis hun diensten aanbieden, daar moet je blij mee zijn. Toch blijkt uit de praktijk dat werken met vrijwilligers niet altijd makkelijk is, of dat nu in de kerk is, in de zorg of bij vluchtelingenwerk. Vrijwilligers doen het werk vanuit bezieling voor de ander, voor de natuur of voor een goed doel. Vrijwilligers zijn enthousiast, kundig, behulpzaam en hebben een grote inzet.
Door verschillende redenen ontstaat er soms spanning, onbegrip of een verschil van inzicht tussen de verschillende medewerkers van een organisatie en verliezen zowel de vrijwilligers als de betaalde krachten hun bezieling.
In de zorg bijvoorbeeld doen vrijwilligers en mantelzorgers steeds meer. Sommige beroepskrachten vrezen dat hun werk wordt uitgehold of dat de zorg niet goed gebeurt. Vrijwilligers daarentegen maken zich ook zorgen over de kwaliteit en komen soms in opstand door te gaan staken tegen het beleid van de directie.
Deze spanningen kunnen de bezieling in het werk verminderen. Op twee punten wil ik in dit artikel ingaan: het toenemend belang van werk als middel van zingeving en daarmee meer botsingen tussen het individueel- en organisatiegerichte belang én de verhouding van de vrijwillige medewerker tot het doel van de organisatie en daarmee in relatie ook de verhouding tot de betaalde krachten.
In dit artikel, gepubliceerd ik het Tijdschrift voor geestelijk leven, kijk ik aan de hand van bovengenoemde spanningsvelden, hoe organisaties het werk zo kunnen inrichten dat vrijwilligers, professionals en leidinggevenden gemotiveerd en bezield blijven, om dat te doen wat in belang is voor de organisatie en dus voor de doelgroep waarmee de organisatie werkt. Het gaat er om samen te werken aan een bezielende organisatie, waar de vrijwilliger zijn plek heeft. In dit artikel richt ik mij op de dienstverlenende vrijwilligersorganisaties. De kerken zijn daar mijns inziens ook een onderdeel van.
Lees het hele artikel vrijwilligers en bezieling.